Windenergie en zonne-energie vullen elkaar op maandbasis goed aan, zoals te zien in de grafiek hieronder. Windturbines zijn dus ook nodig, naast zonnepanelen. In de toekomst gaan we op dagen dat er te veel zon en wind is, de energie omzetten in waterstof of ammoniak of iets anders (afhankelijk van wie het waar omzet en voor welke doelen). Op dagen dat er een tekort is, kan dat eventueel weer in elektriciteit worden omgezet. Dit naast allerlei andere oplossingen voor opslag en slimmere netten waarmee we proberen de piekbelasting omlaag te brengen op bepaalde uren van de dag.

Opbrengst Zon PV en Wind 2020

(Staafgrafiek door Urgenda op basis van cijfers energieopwek.nl)

Tegen windenergie op land is vaak gestreden. Als bewoners uit de buurt mogen meedenken en meeprofiteren van windenergie, stijgt het draagvlak aanzienlijk en krijgt men een ‘onze molen’-gevoel. Mooie voorbeelden hiervan staan onder andere in Waterland en Friesland en in Nijmegen-Betuwe. Zie ook de pagina Windmolens met draagvlak. Als we minder op land willen en meer op zee dan hier geschetst, dan kan dat ook, als we bereid zijn om de consequenties te aanvaarden. Dat gesprek zouden we vaker moeten voeren, met getallen en gevolgen bij de hand.

Urgenda maakte met het EnergieTransitieModel (ETM) van Quintel en met hulp van tientallen experts een berekening: om in 2030 álle energie duurzaam op te wekken. Het Urgenda-scenario voor 2030 gaat uit van per gemeente 9 windturbines van 3,5 MW. Dit natuurlijk naast alle andere vormen van duurzame energie, zoals heel veel wind op zee en veel zonne-energie. Inmiddels zijn we wat fusies verder, zijn er nog 355 gemeenten over en dus is het 9 of 10 windturbines van 3,5 MW per gemeente. Twee rijtjes van 4 of 5 windmolens op de lelijkste plekken van iedere gemeente, bijvoorbeeld bij een bedrijventerrein of langs de snelweg, zouden dan voldoende zijn. Dat wil niet zeggen dat iedere gemeente per se 9 windturbines moet plaatsen. Als er op de Maasvlakte veel meer kunnen staan, dan kun je het groene hart ontzien. Als je er meer kunt plaatsen in de Amsterdamse haven, dan kun je er elders minder neerzetten. Of toch meer turbines op zee.

Dat wil niet zeggen dat iedere gemeente per se 9 windturbines moet plaatsen.

De RES’en streven niet naar 100% duurzame energie in 2030, maar slechts naar 49% minder uitstoot. Er is al zo’n 10 TWh aan wind geplaatst en zit er nog eens bijna 12 TWh in de pijplijn van reeds toegekende SDE-subsidies. Samen met voldoende zonnepanelen, is er — als je alle projecten realiseert — dan voldoende wind geplaatst voor 49% minder uitstoot in 2030.

Voor het Urgenda-scenario van 100% duurzame energie in 2030 zijn 9 à 10 windturbines van 3-4 MW nodig per gemeente.

Voor de doelen van de RES’en voortkomend uit het Energie- en Klimaatakkoord, die slechts 49% minder CO2-uitstoot nastreven in 2030, zijn slechts 4 à 5 windturbines per gemeente noodzakelijk (naast zon en andere oplossingen). Dat zou zijn bij een gelijke verdeling van aantallen turbines per gemeente, wat natuurlijk niet per se noodzakelijk is. Er komen ook steeds meer turbines op zee. Niet elke gemeente hoeft even veel op te wekken. In gunstige windgebieden (gebied I) zijn ongeveer 100 windturbines nodig om 1 TWh energie op te halen. In minder goede windgebieden (III) heb je er 143 van ruim 4 MW nodig voor dezelfde hoeveelheid energie. Het maakt dus wel uit waar windturbines geplaatst worden.