Nederland is een exporterend land met een zeer intensieve landbouw en prijst zichzelf om zijn efficiëntie. Toch kan onze landbouw nog veel efficiënter. Op 65% van de 1,8 miljoen hectare Nederlandse landbouwgrond worden gras en diervoerdergewassen geteeld. Het merendeel is dus in gebruik om dieren te voeden. Veel voedsel dat mensen goed kunnen eten, geven we aan dieren, terwijl veel landbouwgrond efficiënter in te zetten is voor het direct telen van voedsel (vooral eiwitten) voor mensen of voor andere doeleinden.

De maatregelen op die lijsten met Erkende Maatregelen zijn dan wel verplicht, maar vaak worden ze niet genomen.

Agrarisch grondgebruik in 2019
Bron: Agrimatie

65% van de 1,8 miljoen hectare Nederlandse landbouwgrond is in gebruik voor gras en diervoerdergewas.

Nog geen 5% van de Nederlandse landbouwgrond is in gebruik voor het telen van groente en fruit – aardappelen en graan niet meegerekend. Als de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig voedsel doorzet – een kabinetsdoel – zal onze landbouw ons van meer groente, fruit en plantaardig eiwit moeten gaan voorzien en minder van dierlijk eiwit. Dieren zullen uiteindelijk een andere rol krijgen in het voedselsysteem: we offeren geen goede landbouwgrond meer op aan het voeden van dieren, maar dieren sluiten de kringlopen door reststromen te eten en grazen alleen maar op marginale graslanden.

Minder vee

Meer dan de helft van de veehouders boven de 50 jaar heeft geen opvolger. Daarom ligt een vermindering van de veestapel met 50% in de komende 10 jaar voor de hand. Veel boeren ervaren een warme sanering mogelijk als een opluchting.

Door de krimp van de veestapel komt ruimte vrij waarop overblijvende (melk)veehouders veel extensiever kunnen boeren. Maar er komt ook ruimte voor bos en andere natuur, voor de teelt van fruit en groente en voor wonen.

Als de veestapel krimpt, komt er ook ruimte voor natuur, voor fruit- en groenteteelt en voor wonen.

Landbouwbedrijven met bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder
Bron: CBS

De landbouwtransitie is niet goedkoop, vooral boeren
helpen stoppen of stallen ombouwen kost geld. Maar het levert uiteindelijk geld op.

Een natuurinclusieve kringlooplandbouw levert 6 oplossingen voor de prijs van één en is een belangrijk onderdeel in de energietransitie:
  • De CO2-uitstoot neemt met 18 Mton af door een combinatie van krimp veestapel, minder kunstmest, een hoger waterpeil in veengebieden en ander beheer van bos, bodem en graslanden.
  • De stikstofreductie daalt voldoende, zodat de natuur en de biodiversiteit zich kunnen herstellen. Landbouw en natuur zijn niet meer strikt gescheiden, maar lopen in elkaar over.
  • Nederland krijgt er een gezonde en klimaatbestendige landbouw voor terug, met boeren die de regeldruk zien afnemen en hun eigen keuzes kunnen maken binnen bepaalde kaders.
  • De luchtkwaliteit en de waterkwaliteit nemen toe.
  • Dierenwelzijn verbetert.
  • De druk op de gezondheidszorg neemt af door een gezonder dieet.

Er is veel draagvlak voor deze omslag. En de baten zullen de kosten voor de transitie ruimschoots overschrijden. Volgens recent onderzoek van Ecorys levert dit de maatschappij minimaal € 1 miljard per jaar op (zie infographic hieronder). Een voorstel van Natuurrijk Nederland laat zien hoe we door te spelen met de verschillen in grondprijs, het areaal natuur met gesloten portemonnee kunnen verhogen van 15% naar 50%.