Nieuwbouw
All-electric meestal goedkoper dan warmtenet
In nieuwbouwwijken is het makkelijk om huizen te bouwen die meer dan voldoende geïsoleerd zijn en zodanig gericht zijn op de zon dat beide kanten van de daken (oost en west) goed zon vangen. Overheden zouden in de toekomst moeten verplichten dat beide kanten van het dak maximaal volgelegd worden met zonnepanelen in plaats van dakpannen.
Bij zulke huizen is een warmtenet veel te duur voor de bewoners en volstaat een all-electric oplossing: energie uit elektriciteit, met een warmtepomp voor verwarming en warm water (zie Alles over warmtepompen). Koken gebeurt op inductie.
Op nieuwe rijtjeshuizen zijn nog maar 15 zonnepanelen nodig om stroom te leveren voor huishoudelijk gebruik en de warmtepomp.
Op doorsnee nieuwe rijtjeshuizen hoeven nog maar 15 zonnepanelen om stroom te leveren voor het huishoudelijk gebruik en de warmtepomp. Als er meer op passen, kunnen die stroom leveren voor de elektrische auto. Bewoners kunnen bij gebruik van ledlampen en zuinige apparaten de energierekening naar nul terugbrengen, minstens tot 2023. Of dat daarna nog kan, hangt af van de mogelijkheid van salderen, de extra besparingsmogelijkheden en van de prijs van energieopslag.
Bij de nieuwbouw van hoogbouw, dus niet-grondgebonden woningen, is een collectieve water-water warmtepomp en vloerverwarming in de woningen mogelijk, plus een individuele warmtepompboiler voor warm (douche)water.
Bestaande bouw
Voor de meeste bestuurders is het verduurzamen van de bestaande bouw de grootste puzzel.
Op plaatsen waar al een warmtenet ligt, is die investering al gedaan. Dan is het logisch om te kijken of dat net verduurzaamd kan worden met een duurzame bron, zoals geothermie of restwarmte van een bedrijf dat hoort bij de circulaire economie van de toekomst. Kan dat niet, dan is op den duur uitfaseren en overstappen naar andere oplossingen toch duurzamer. Dat hoeft dan niet meteen, maar zodra er veel nieuwe investeringen nodig zijn, zou men zeker een all-electric oplossing naast een warmtenet oplossing moeten zetten.
Voor de meeste bestuurders is het verduurzamen van de bestaande bouw de grootste puzzel.
All-electric
Onder de noemer all-electric vallen de huizen die van het aardgas af gaan en niet op een warmtenet worden aangesloten. De bewoners gaan elektrisch koken (inductie) en krijgen verwarming en warm water uit oplossingen op elektriciteit, zoals warmtepompen en infraroodpanelen. Als er voldoende zonnepanelen op het dak kunnen (20 tot 22), kan zo’n huis op jaarbasis zelfs alle benodigde elektriciteit opwekken en energieneutraal worden.
In veel studies van de afgelopen jaren over de gebouwde omgeving of over warmtenetten en/of biomassa in relatie tot de gebouwde omgeving wordt de all-electric oplossing ten onrechte afgeserveerd. In de studie van de Van der Pekbuurt is all-electric in elk geval wel serieus onderzocht.
Later gaan we in op de vraag of het elektriciteitsnetwerk het wel aankan en welke rol netwerkbedrijven zouden moeten spelen. Maar op de komende pagina’s zetten we eerst de oplossingen op een rij. In deze oplossingen zijn veel praktijkervaringen van Thuisbaas verwerkt van 9 jaar huizen energieneutraal maken.