Er zijn veel productieprocessen waarbij warmte vrijkomt die nu onbenut de lucht of het oppervlaktewater in gaat. Dat is zonde, want met die warmte is nog heel veel mogelijk. Het is pure verspilling om die niet te benutten.

Korte kringloop:
eigen restwarmte benutten

Industrieën die rest­warmte creëren en zelf warmte nodig hebben, kunnen die direct benutten of hun eigen laagwaardige warmte (< 100 graden) met een industriële warmte­pomp weer opkrikken tot hogere temperaturen.

Restwarmte zelf niet nodig:
dan leveren aan anderen

Als bedrijven, kassen of data­centers veel restwarmte hebben die ze zelf niet kunnen benutten, dan is het zonde om die te lozen. Hiermee kun je een lage-temperatuur­warmtenet voeden als er voldoende partijen in de omgeving zijn die daar ook warmte op kunnen zetten. Het zou verplicht moeten zijn om dat te doen, en overheden en hun omgevings­diensten zouden erop moeten toezien dat dat ook gebeurt. Lage temperatuur restwarmte (30 tot 50 graden) is nog prima geschikt om huizen en kantoren mee te verwarmen.

Volgens Energie in Nederland 2019 (EBN) komt er bij de opwek van elektriciteit alleen al 166 PJ restwarmte vrij. Hiervan wordt een deel al benut in de kassen.

Warmte uit datacenters en kassen

Nederland telt 291 datacenters en 4.628 hectare aan glastuinbouw. We zouden meer vaart moeten maken om de restwarmte hiervan te benutten. Volgens CBS werd gemiddeld 2,7 miljard kWh energie aan datacenters geleverd per jaar, wat gelijk staat aan 9,7 PJ (bron). Daar komt veel lage temperatuur (LT) restwarmte bij vrij, die benut kan worden in een LT-warmtenet, mits er voldoende afnemers in de buurt zijn.

In Finland zijn datacenters al volwaardige leveranciers van warmte. Dat komt doordat het hergebruik van restwarmte daar wettelijk verplicht is.

Volgens RVO is er in Nederland 125 PJ aan restwarmte van 100 graden (hoge temperatuur – HT) en 345 PJ aan restwarmte van middentemperatuur (MT) plus 116 PJ aan restwarmte van lage temperatuur. Samen is dat een theoretisch potentieel van 586 PJ aan restwarmte. Het economisch potentieel is heel veel lager, maar nog steeds aanzienlijk en zeer interessant om te benutten.