De mobiliteitssector is qua uitstoot van broeikasgassen nummer 3, na de industrie en de gebouwde omgeving. In 2018 stootte deze sector 35,6 Mton CO2-equivalenten uit, ongeveer 20% van het totaal.

Aandeel in Nederlandse CO2-uitstoot per sector

In dit taartdiagram is het verbruik van elektriciteit verwerkt in de verbruikende sectoren en niet apart opgenomen. Zie het EnergieTransitieModel (ETM) van Quintel, gebruikt voor: Rapport 2030, p. 51.

Daarnaast stoot de sector mobiliteit veel stikstofoxiden en fijnstof uit. Ook is er overlast door geluid en luchtverontreiniging. Op meerdere terreinen is er dus winst te halen door mobiliteit te verduurzamen.

De CO2-uitstoot door het binnenlandse verkeer en vervoer – dus exclusief de internationale lucht- en zeevaart – wordt voor de helft veroorzaakt door personenauto’s. Bijna een derde wordt veroorzaakt door vrachtvoertuigen, vooral op diesel. Bijna een tiende komt door mobiele werktuigen, die vooral ingezet worden in de bouwnijverheid en de landbouw, ook voornamelijk op diesel.

Als we verder inzoomen op het totale wegverkeer, dan vormt de categorie ‘woon-werkverkeer & zakelijk’ 49,0% van het totale aantal reizigerskilometers, en ‘vrije tijd & overig’ 41,9%. De categorieën ‘winkelen’ en ‘onderwijs’ zijn verantwoordelijk voor respectievelijk slechts 7,9% en 1,2% (bron).

Minder auto’s voor
woon-werkverkeer draagt
enorm bij aan de reductie
van de CO2-uitstoot.

Minder gebruik van personenauto’s voor woon-werkverkeer draagt dus significant bij aan het reduceren van CO2-uitstoot. Als de auto minder wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, leidt dit doorgaans tot minder auto’s per gezin, en tot meer (elektrische) fietsen, elektrische deelauto’s of OV-abonnementen.

Minder CO2-uitstoot en een schonere leefomgeving met meer leefruimte en minder ruimte voor auto’s en asfalt is via verschillende routes te bereiken. Als verplaatsen van mensen en goederen slimmer gebeurt waardoor er minder energie nodig is, hoeft er ook minder duurzame energie opgewekt te worden. Dat vergt dus ook minder ruimte voor energie. Gemeenten kunnen een grote rol spelen in het verbeteren van de leefomgeving.

Als de auto minder wordt gebruikt voor woon-werkverkeer,
leidt dit doorgaans tot minder
auto’s per gezin, en tot meer (elektrische) fietsen, elektrische deelauto’s of OV-abonnementen.

De volgende stappen kunnen worden onderscheiden:

  1. Meer lopen, fietsen en thuis werken en betere
    infrastructuur voor voetgangers en fietsers.
  2. Meer delen: deelfietsen, deelauto’s, slimmer en ander OV, waardoor minder bezit van eigen voertuigen noodzakelijk is.
  3. Voor zover er vervoerd wordt: vooral elektrisch en zonder benzine en diesel.
  4. Hogere belastinggraad voor vrachtvervoer en bestelbusjes, en slimmere combinaties.
  5. Verduurzaming versnellen door:
    • invoeren van venstertijden;
    • bevoordelen van elektrisch vervoer;
    • invoeren van stadsheffing;
    • creëren van leefstraten;
    • aanleggen van goede laadstructuur voor elektrisch vervoer.