Vrijwel alle toepassingen met draaiende en bewegende onderdelen in deze wereld worden aangedreven door een elektrische motor, kortweg een elektromotor. ECN schat dat bijna 70% van de totale industriële elektriciteit wordt verbruikt door elektromotoren. Bij de dienstensector ligt dit percentage rond de 38%.
Een elektromotor is een relatief eenvoudig apparaat, dat vaak ook vrij simpel efficiënter te maken is. Veel elektromotoren drijven pomp-, compressor- en ventilatiesystemen aan. Ze gaan lang mee en daarom draaien er nog heel veel verouderde systemen, terwijl verbeteringen op dit gebied zich vaak snel terugverdienen.
IE-klassen
Elektromotoren worden ingedeeld in zogenaamde IE-klassen. IE1 is een elektromotor met een ‘standaard efficiëntie’. De IE5 is ‘zeer efficiënt’, maar is nog nauwelijks commercieel verkrijgbaar. Op basis van de Europese Richtlijn Ecodesign eist de EU al voor een grote groep motoren dat ze minimaal IE2 of IE3 zijn. Motoren met IE4 krijgen in Nederland subsidie voor energie-investeringsaftrek (EIA). Toch draaien er nog veel oude motoren.ECN laat zien dat veel besparingen afhangen van het vermogen van de motor. De meeste investeringen in een elektromotor van een hogere klasse zijn binnen 2 jaar terugverdiend. Ook andere maatregelen zijn mogelijk. Denk aan een regelaar voor het toerental of de frequentie, een systeembenadering voor het optimaliseren van stromingssystemen, en contactloze magneetkoppelingen
Besparing voor elektromotoren
In het ECN-rapport staat dat een systeembenadering (de combinatie van betere motoren, beter inregelen en de regeling van toerental en frequentie) voor de industrie en de dienstensector naar schatting 9,1 TWh besparing kan opleveren. Dat staat ongeveer gelijk aan 3,8 Mton CO2. Hierin is nog niet meegenomen wat de contactloze magneetkoppelingen extra kunnen besparen. Zytec, een bedrijf dat die koppelingen levert, ziet een potentie van 9 tot 12 Mton, maar rekent nu voorzichtig met 2 Mton.
Volgens de wet moeten veel bedrijven alle energiebesparende maatregelen nemen die zich binnen 5 jaar terug verdienen. Dat geldt voor de meeste aanpassingen aan elektromotoren, van de aanschaf van efficiëntere motoren tot de genoemde systeembenaderingen en contactloze magneetkoppelingen. Er is in Nederland al een Green Deal Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen om dat te bespoedigen onder grotere bedrijven, de zogenoemde MJA/ETS-bedrijven. Maar het geldt net zo goed voor de kleinere bedrijven en de dienstensector. Die moeten nu plannen gaan maken (audits), maar er wordt nog niet echt druk gezet op de uitvoering. Het handhaven van bestaande wetgeving door omgevingsdiensten kan enorm veel besparing opleveren, dus de nadruk leggen op besparingsmaatregelen zou nu absolute prioriteit moeten hebben. Het levert bedrijven ook gewoon veel geld op.
Een obstakel voor maatregelen is volgens de industrie de financiering, zelfs als maatregelen zich binnen 2 tot 5 jaar terugverdienen. Overheden zouden daarbij kunnen helpen. Het is belangrijk dat deze maatregelen prioriteit krijgen doordat overheden bestaande wetgeving gaan handhaven, zoals de EU Richtlijn Ecodesign, de European Minimum Energy Performance Standard (EU MEPS) en de Wet milieubeheer. Omgevingsdiensten moeten als prioriteit meekrijgen om te handhaven en bedrijven te wijzen op hun verplichtingen en op mogelijkheden voor betere elektromotoren.
Dit naast alle andere mogelijkheden om energie te besparen waarvan de kosten binnen 5 jaar terugverdiend zijn. Meer daarover op de volgende pagina.